Het Witte Kasteel

Historische buitenplaats Loon op Zand

In of kort na 1383 bouwde de Zuid-Hollandse edelman Paulus I van Haastrecht een kasteel bij het dorp Venloon. Dorp en heerlijkheid had hij gekocht van een familielid dat het had geërfd uit de familie Van Horne die deze heerlijkheid sinds 1269 in leen hield van de hertogen van Brabant. Al snel werd Paulus I van Haastrecht een belangrijk en invloedrijk man in Brabant, terwijl hij tegelijkertijd ook hoge posten aan het grafelijke hof in Holland bleef bekleden. (Loon op Zand grensde tot ca. 1800 in het noorden aan Holland.)

MEDION DIGITAL CAMERAIn 1387 werd hij tevens heer van Tilburg en Goirle en van Drunen doordat hij deze heerlijkheden in onderpand kreeg voor een omvangrijke lening aan de hertogin Johanna van Brabant. Zo lang deze gebieden in één hand bleven (tot in 1473) bleef Loon op Zand de residentie voor Paulus I en zijn opvolgers als heren in deze Midden-Brabantse heerlijkheden. Nog lang daarna bleven de heren van Loon op Zand hier resideren. Door vererving ging de heerlijkheid in de loop van de tijd over van de familie Van Haestrecht naar achtereenvolgens die Van Grevenbroeck, Van Immerseel, Van Salm-Salm en ten slotte Verheyen.

In die bestaansgeschiedenis van ruim zes eeuwen kende het kasteel van Loon op Zand een roerige geschiedenis. Al ten tijde van Paulus I van Haastrecht, en ook in de broederstrijd om zijn opvolging, vonden belegeringen en een bestorming plaats en ook tijdens de Tachtigjarige Oorlog wisselde het kasteel enige malen van eigenaar. Voorafgaand aan 1629 (de val van ’s-Hertogenbosch na het beleg door Frederik Hendrik) was hier ook een buitengarnizoen van ’s-Hertogenbosch gelegerd, een garnizoen waarvan de leden bepaald niet zachtzinnig met hun gasthuis omgingen. Later in de zeventiende eeuw verkeerde het kasteel dan ook in een tamelijk slechte staat van onderhoud.

DSCN1554Dit kasteel was toen al lang niet meer uitsluitend de vierkante woontoren die Paulus I van Haastrecht had opgetrokken. Waarschijnlijk al vroeg werd die vierkante toren uitgebreid tot een gebouw met een rechthoekig grondplan. Later kwamen er omvangrijke zijvleugels en bijgebouwen waardoor een heel complex ontstond van een middelgroot kasteel met een binnenplein dat aan drie (misschien vier) zijden door gebouwen werd omsloten, met een poortgebouw en met koetshuizen, stallen en schuren. Na de invoering van de reformatie in de Meierij heeft in het kasteel ook geruime tijd een kapel gediend voor de Rooms-katholieke eredienst, later werd het brouwhuis bij het kasteel omgebouwd tot schuilkerk.

In de loop van zijn bestaan heeft dit kasteel onderdak geboden aan tal van hoge gasten, waaronder keizer Karel V. Weinig bekend is dat ook de dichter-diplomaat Christiaan Huygens een deel van zijn jeugd hier doorbracht. Hij ging zelfs op school in Loon op Zand, waar hij ‘bij naaste verwanten’ onder voogdij was, zoals hij zelf in zijn autobiografie noteerde.

Wat van dit oude kasteel nu nog resteert is in architectonisch opzicht niet meer dan het fundament van de oorspronkelijke woontoren, en misschien een deel van het keldergewelf. Belangrijk is echter dat het oude grachtensysteem grotendeels intact bleef, inclusief een groot deel van waterlopen die dienden voor de aan- en afvoer van water. Vrijwel zeker bevinden zich ook een groot deel van de fundamenten van de overige bouwdelen nog in de bodem, maar hiernaar is nog nooit een gericht bodemkundig onderzoek gedaan. Ook de aarden wallen die in de Tachtigjarige Oorlog werden opgeworpen om kanonvuur te kunnen weerstaan, zijn nog grotendeels intact en maken nu deel uit van het park rond het huidige kasteel. De schootsvelden die rondom deze wallen om strategische redenen werden vrijgehouden, zijn aan drie zijden van het kasteel eveneens nog steeds als open weiden aanwezig, waarmee in feite alle elementen van de landschappelijke setting van het laatmiddeleeuwse en vroegmoderne kasteel in Loon op Zand nog aanwezig zijn. Bovendien bevindt zich enkele honderden meters ten westen van het kasteel nog het restant van een kleine schans die eveneens uit de Tachtigjarige Oorlog lijkt te dateren.

Kasteel 20In breder historisch verband vormt dit gebied, dat sinds medio 2002 als historische buitenplaats Loon op Zand een rijksmonument is, het oude domein waarop Paulus I van Haastrecht zich vestigde. Aan de noordzijde liep langs dit domein de oude route die over land liep van Antwerpen, via Breda naar ’s-Hertogenbosch. Dit is een belangrijke verbinding geweest totdat bij de aanleg van de spoorlijn werd besloten om deze langs Tilburg te laten lopen, waarna Loon op Zand aan belang als verkeersknooppunt inboette. Aan deze weg werd onder Paulus I van Haastrecht ook een kerk gebouwd die in 1392 werd gewijd. Midden veertiende eeuw kreeg deze kerk een monumentale toren die nog steeds het beeld van Loon op Zand domineert. In oorsprong zal dit een eigenkerk zijn geweest, want al begin dertiende eeuw beschikte Loon op Zand (Venloon) over een parochiekerk die langzaam in verval raakte en in de zestiende eeuw werd gesloopt. Al snel na 1400 begon de bewoning zich te concentreren langs de weg en bij kasteel en kerk, waardoor een typisch straatdorp ontstond.

Dit hele patroon van kasteeldomein met kasteel, (eigen)kerk en straatdorp (tegenwoordig de Kerkstraat en de zuidrand van het Oranjeplein) is in Loon op Zand nog moeiteloos herkenbaar en is ondanks geleidelijke aanpassingen en verdichting van de bebouwing in zeshonderd jaar tijd feitelijk niet van karakter veranderd.

De belangrijkste aanpassing is wel de nieuwbouw van het kasteel zelf geweest. Toen Lodewijk Karel Otto van Salm-Salm heer van Loon op Zand werd, gaf hij een onbekend architect opdracht om een plan te ontwerpen waarbij het oude kasteel zou worden gesloopt en vervangen door een nieuw landhuis. Dergelijke verbouwingen van de oude zetels van heerlijkheden pasten volledig in die tijd, waarin het Ancien Regime een laatste opleving beleefde. Ook in Tilburg werd zo in deze periode het kasteel vervangen door een landhuis (dat in 1858 definitief verdween). Lodewijk Karel Otto van Salm-Salm was een hoge edelman van Europees statuur en met een eigen mini-staatje in Senones in de Vogezen, Loon op Zand was voor hem letterlijk een buitenplaats.

De aannemer die het nieuwe kasteel – het huidige, zogenaamde Witte Kasteel – in 1777 bouwde, is de bekende Noord-Brabander Hendrik Verhees. Verhees is vooral bekend geworden als cartograaf en als eerste die een betrouwbare kaart maakte van Staats-Brabant. Ook de heerlijkheid Loon op Zand heeft hij in 1773 in groot detail in kaart gebracht. Behalve cartograaf had Verhees echter tal van andere kwaliteiten. Zo werkte hij ook als aannemer en in die hoedanigheid bouwde hij op tal van plaatsen kerken (zowel katholiek als hervormd), raadhuizen (ook in Drunen en in Tilburg) en andere overheidsgebouwen en was hij betrokken bij de restauraties van de kasteel Stapelen in zijn woonplaats Boxtel en de Strijdhoef bij Udenhout. Daarnaast was Hendrik Verhees ook politiek actief en samen met J.B. Verheyen, rentmeester voor Van Salm-Salm te Loon op Zand, (en met enkele andere notabelen) heeft hij aan de wieg gestaan van de provincie Noord-Brabant.

Al eerder waren op het kasteeldomein lanen, een maliebaan en parken aangelegd en na deze grondige verbouwing door Verhees werd ook het kasteelterrein zelf omgeschapen tot een parkachtige tuin. Zowel veel van deze oude lanen in een wijde kring om het kasteel heen als de kasteeltuin zijn nog goeddeels aanwezig, met mooie oude bomen en een rijke en zeer gevarieerde flora en fauna.

Het belang van de historische buitenplaats Loon op Zand is dus groot en veelzijdig: cultuurhistorisch, architectonisch, archeologisch, ecologisch en landschappelijk erfgoed zijn hier gebundeld in één monument dat bovendien een lust voor het oog is.

Kasteel en tuin zijn particulier bezit en niet vrij te bezichtigen, maar het geheel is vanaf de openbare weg goed te zien.